Risico bodemvoorrecht fiscus bij pandrecht

Risico bodemvoorrecht fiscus bij pandrecht

Het bodemvoorrecht van de Belastingdienst speelt een risico voor de waarde van het pandrecht deze is geregeld in artikel 22 van de Invorderingswet 1990. Dit voorrecht houdt in dat de fiscus een bevoorrechte positie heeft bij de uitwinning van bepaalde roerende zaken die zich op de "bodem" van de schuldenaar bevinden, ook al rust er een pandrecht op deze goederen. De "bodem" wordt hierbij gezien als de plaats waar de schuldenaar zijn onderneming drijft of zijn roerende zaken bewaart.

Dit voorrecht geldt met name voor roerende zaken die essentieel zijn voor de bedrijfsvoering, zoals machines, inventaris en soms zelfs voorraden. Dit kan aanzienlijke gevolgen hebben voor pandhouders, omdat de fiscus voorrang heeft bij de verkoop van deze goederen om belastingvorderingen te innen in plaats van dat het toekomt aan de pandhouders.

Welke goederen vallen onder het bodemvoorrecht?

Het bodemvoorrecht geldt voornamelijk voor zaken die als "bodemgoederen" worden beschouwd. Dit zijn roerende zaken die zich op de bedrijfsgrond van de schuldenaar bevinden en die dienen tot de bedrijfsvoering. Voorbeelden hiervan zijn:

  • Machines en apparatuur die in het productieproces worden gebruikt.
  • Inventaris, zoals kantoorinrichting.
  • Transportmiddelen die binnen het bedrijf worden gebruikt.

Goederen die niet als bodemgoed worden beschouwd, zoals persoonlijke eigendommen van werknemers of goederen die slechts tijdelijk op de bodem aanwezig zijn (voorraad in de meeste gevallen), vallen niet onder dit voorrecht.

Het bodemvoorrecht kan ook gelden voor goederen die door derden aan de pandgever ter beschikking zijn gesteld, zoals machines die door een leverancier aan de pandgever zijn verhuurd of in bruikleen zijn gegeven. Zelfs als deze goederen niet eigendom zijn van de pandgever, kan de fiscus ze onder bepaalde omstandigheden gebruiken om zijn vordering te verhalen. De Belastingdienst gaat hier terughoudend mee om als het gaat om echte derden. Mocht er echter sprake zijn van interne verhuur binnen de BV structuur dan kan de Belastingdienst zich mogelijk als nog verhalen op deze goederen. Dit blijft dus een risico binnen de structuur.